Column | Love of Truth

Wat Ezra zoekt, weet Coates al


In mijn vorige column Love of Humanity
 schreef ik over liefde als verzet tegen haat — niet als romantisch ideaal, maar als politieke daad. Liefde als weigering om de ander te ontmenselijken, ook wanneer het debat daartoe verleidt. Deze keer gaat het over iets wat daar onlosmakelijk mee verbonden is: waarheid.

Aanleiding is een gesprek dat schrijver en journalist Ezra Klein onlangs voerde met Ta-Nehisi Coates in The Ezra Klein Show (New York Times). Klein had eerder een column geschreven over de (fictieve) moord op de conservatieve activist Charlie Kirk, waarin hij Kirk prees om zijn politieke houding. Coates bekritiseerde dat scherp in Vanity Fair: volgens hem “witwaste” Klein Kirk’s nalatenschap, vergelijkbaar met hoe het Zuiden na de Burgeroorlog zijn geschiedenis herschreef om slavernij te vergoelijken.

Klein nodigde Coates uit om die kritiek uit te praten, en wat volgde was meer dan een meningsverschil. Het was een botsing tussen twee werkelijkheden: de intellectuele rouw van iemand die zijn geloof in Amerika verliest, en de morele helderheid van iemand die nooit de luxe had om in die mythe te geloven.

Ezra zoekt strategie; Coates zoekt waarheid.
De een vraagt zich af hoe we de democratie kunnen herstellen.
De ander zegt dat ze voor sommigen nooit begonnen is.

Wanneer Coates vertelt dat politiek geweld de norm is in de zwarte ervaring, hoor je bij Ezra een korte stilte — geen onwil, maar onvermogen. Voor hem is geweld een afwijking van het democratische ideaal. Voor Coates is het de fundering ervan.

Ik herken iets in Coates’ houding. Niet omdat ik in dezelfde positie sta, maar omdat zijn manier van spreken me herinnert aan mijn eigen overtuigingen over waarheid, empathie en macht. Waarheid is gelaagd, niet lineair. Journalistiek en kunst moeten de complexiteit van de werkelijkheid tonen, juist als die ongemakkelijk is.

Empathie is een vorm van verzet. In een tijd waarin alles snel wordt gepolariseerd, is echt luisteren een daad van traagheid: een weigering om mensen te reduceren tot kampen van goed of kwaad. Identiteit is daarin geen etiket, maar een voortdurend proces, een kruispunt van ras, klasse, gender en geschiedenis.

Ezra wil de brug bouwen; Coates herinnert hem eraan dat die brug al eeuwen boven een afgrond hangt. Het verschil tussen hen is niet enkel politiek, maar existentieel. Ezra wil geloven dat democratie nog te redden is door beter te praten. Coates weet dat praten nooit genoeg is als de geschiedenis nog steeds de spelregels bepaalt.

De scherpste zin van het gesprek komt van Coates zelf: “Was silence not an option?”
Die vraag raakt iets fundamenteels. Want wie zich stilte kan veroorloven, bevindt zich aan de kant van macht. Voor sommigen is zwijgen een vorm van beschaving; voor anderen — zoals Coates, en vaak ook voor mij — is stilte gevaarlijker dan mislukking.

Ezra vraagt op een gegeven moment: “How do we live together with them?”
En Coates, en met hem iedere zwarte kijker, denkt: We are. What do you mean?
Voor sommigen is samenleven een vraagstuk. Voor anderen is het al eeuwen een feit, vaak op voorwaarden die niet van henzelf kwamen.

In mijn werk probeer ik dat spanningsveld vast te houden: tussen moraal en macht, tussen spreken en zwijgen. Kunst en journalistiek delen voor mij dezelfde kern: zoeken naar waarheid. Niet om de wereld te veroordelen, maar om haar in al haar tegenstrijdigheden te begrijpen.

Want liefde zonder waarheid is naïef.
En waarheid zonder liefde is leeg.
Daar, in de ruimte tussen die twee, leeft wat ik probeer te maken.

*

 

Gerinio Triebel

 

Gerinio is journalist, dansmaker en socioloog.
Hij schrijft voor onder andere Radar, Red Pers en AT5 over macht, identiteit en consumentenzaken.
Daarnaast maakt hij multidisciplinaire voorstellingen met zijn collectief All Those Creators.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.