
Hoe het debat wordt gekaapt door autoritaire ideeën
In een aflevering van de Jubilee-serie Surrounded wordt journalist Mehdi Hasan omringd door een zaal conservatieve Trump-aanhangers. Eén stem tegenover een cirkel van ideologische tegenstanders — het lijkt een poging tot dialoog, maar wat je te zien krijgt, is iets heel anders: een stille normalisering van ideeën die eigenlijk alarmbellen zouden moeten doen rinkelen.
Het format oogt spannend: confrontatie, contrast, conflict. Maar vergis je niet. In een tijd waarin algoritmes bepalen wat we zien, is debat zelf een handelswaar geworden. YouTube, TikTok, podcasts: ze belonen wie het hardst schreeuwt, niet wie het best onderbouwt. Controverse wordt gecodeerd als 'engagement'. Hoe absurder of radicaler de mening, hoe groter de kans dat het viraal gaat. Dus ja, 'het debat' leeft — als spektakel. En wat sneuvelt? Waarheidsvinding. Integriteit. Moreel kompas.
Ook in Nederland zie je deze tendens. Denk aan programma’s als Ongehoord Nieuws, talkshows die 'alle geluiden willen laten horen', of discussies over woke, identiteit en veiligheid die vooral draaien om provocatie in plaats van nuance. De vorm doet alsof het debat centraal staat, maar in werkelijkheid gaat het om clicks, frictie en het najagen van verontwaardiging. Waar dat toe leidt? Kijk naar de polarisatie, het wantrouwen in media, en de afvlakking van elk gesprek dat niet binnen twee minuten op Twitter past.
Hasan somt de feiten op: Trump werd veroordeeld voor 34 misdrijven, verleende gratie aan Capitoolbestormers, bedreigde journalisten, flirte met een derde termijn. Wat krijgt hij terug? "If being pro-crime means supporting Trump, then yes, I’m pro-crime." Of: "I’m a fascist. Yeah, totally." Een andere man in de zaal beweert dat witte Amerikanen wél 'nativisten' zijn — een paradoxale claim, aangezien witte Amerikanen historisch gezien afstammen van Europese kolonisten en dus per definitie geen inheemse bevolking zijn. De term 'nativisme' wordt hier door hem geclaimd, maar mist historische legitimiteit. Toch krijgt hij applaus. Kort daarna zegt hij, zichtbaar tevreden met de reactie: "I just got a round of applause, I can probably get another one if I ask for it." Niet omdat hij iets wezenlijks heeft gezegd, maar omdat hij de zaal weet te bespelen. Het debat is een podium geworden, het publiek het meetlint. Geen ongemak, alleen trots. Het debat is allang voorbij: het is een showroom geworden voor autoritair gedachtegoed.
Wat wringt nog meer? De mensen van kleur in de zaal. Sommigen herhalen exact dezelfde retoriek als hun witte conservatieve buren. Alsof ze vergeten zijn dat het systeem dat ze verdedigen, hen zelden verdedigt. Dat is geen toeval. De behoefte aan veiligheid, status of erkenning binnen een dominant discours kan leiden tot ideologische overname: internalisering van een verhaal dat hen uitsluit, zolang het hen tijdelijk insluit. Matin, een “conservatieve” Iraniër, spant de kroon: hij noemt ‘etnische zuivering’ een betekenisloos begrip. Alsof wat er in Gaza gebeurt een kwestie van semantiek is. Terwijl hij spreekt vanuit een positie die historisch gezien onderdrukt is en door toedoen van Amerika in zijn huidige staat verkeert — en toch kiest voor ideologische zelfuitwissing. Wit nationalisme heeft geen wit gezicht nodig; het hoeft alleen maar ideeën te planten.
Tegenover al die bevestiging viel één deelnemer juist op door zijn ongemak: Edwin, een man in zwart T-shirt met tatoeages, die gaandeweg zichtbaar begon af te haken. Hij sprak met rust, maar ook met teleurstelling: over de aannames in de zaal, over het gebrek aan openheid. Waar anderen zich vastbeten in retoriek, zocht hij nog naar begrip — en leek daarin steeds eenzamer te worden. Zijn bijdrage was geen verzet, geen aanklacht, maar een open vraag die in stilte bleef hangen. Opvallend genoeg werd hij vervolgens als een van de eersten de discussie uit gestemd. Het voelde symbolisch: voor twijfel is in dit spektakel geen plek.
De stemrondes aan het eind van elk blok — de groep stemt mensen uit, meestal tijdens een korte tussenronde met een tijdslimiet per spreker — voelen als het morele sluitstuk van het spektakel. Niet de kracht van iemands argumenten bepaalt wie blijft, maar of die past binnen het narratief van de groep. Twijfel, empathie of nuancering? Die worden afgestraft. Deelnemers die durven afwijken van de dominante toon, zoals Edwin, verdwijnen opvallend snel uit beeld. Wat overblijft is een ideologische zuivering, verpakt als democratisch spel.
En dat is het probleem met formats zoals Surrounded. Alles is zogenaamd bespreekbaar, dus ook het ondermijnen van mensenrechten. De media stellen zich neutraal op, maar verwarren neutraliteit met onverschilligheid. Het resultaat? Autoritaire ideeën worden onderdeel van de mainstream, zonder toetsing, zonder weerwoord. Jubilee is wat domme mensen denken dat een debat is. Een soort morele hindernisbaan waar feiten optioneel zijn en charisma belangrijker is dan consistentie.
Surrounded toont niet alleen de ideologische staat van Amerika, maar ook wat er gebeurt als we denken dat alles een mening is: zelfs onderdrukking, zelfs geweld, zelfs democratische afbraak.
Het gaat al lang niet meer over vrijheid van meningsuiting.
De vraag is: waarom blijven we dit uitzenden alsof het debat is?
*

Gerinio Triebel
Gerinio is journalist, dansmaker en socioloog.
Hij schrijft voor onder andere Radar, Red Pers en AT5 over macht, identiteit en consumentenzaken.
Daarnaast maakt hij multidisciplinaire voorstellingen met zijn collectief All Those Creators.
Reactie plaatsen
Reacties